De nuance is weg. In vrijwel iedere discussie is het óf het een óf het ander. Je bent voor of tegen. Polarisatie viert hoogtij. We hangen krijsend in de gordijnen. Op de grond ligt ons eigen gelijk in scherven. Waardeloos. Helaas is het veel makkelijker om de mening van één kant te verkondigen, dan hoef je niet te twijfelen. Het lijkt wel of je moedig moet zijn om te streven naar nuance. Schrijver Chaja Polak is moedig. In haar essay ‘Brief in de nacht’, citeert zij de Franse dichter Verlaine die verlangend uitroept:
Car nous voulons la Nuance encor, Pas la Couleur, rien que la nuance!
We willen de nuance, niets dan de nuance
In haar indrukwekkende essay zoekt zij continu de nuance bij misschien wel het allermoeilijkste onderwerp: Israel-Palestina. Eigenlijk is haar hele boek een roep om nuance. En dat is knap. Zeker als je bedenkt dat Polak zelf Joods is én dierbare familie heeft in Israël. Ze gebruikt prachtige zinnen die haar wanhoop niet verbergen. Maar in het hele essay blijft ze weg van zwart-witdenken. Wie kan dat nog?
Een mediator probeert eigenlijk ook nuance te vinden tussen twee partijen. Waar ligt het gezamenlijk belang? Wat bindt de mensen die lijnrecht tegenover elkaar staan? Dat is lastig en leidt ook niet altijd tot harmonie. Maar je kunt ook goed uit elkaar gaan. Dat gaat hopelijk niet met slaande deuren, maar met íets meer begrip voor elkaar. Iets meer subtiliteit. Iets meer nuance. Een onsje alstublieft.
Frederique de Jong